zaterdag 10 november 2012

De jachthaven van Winthrop

Boston is een stad die zich gemakkelijk laat herkennen aan een flink aantal hoge gebouwen die in het centrum van de stad dicht bijelkaar staan. Op afstand lijken het net blokkendozen. Vanuit Winthrop heb ik er een bijzonder mooi uitzicht op.




                                                
Winthrop zelf is een slaperig dorp met een flinke jachthaven. Het dorp is langgerekt en is eigenlijk een schiereiland, het is geheel omsloten door water.
Ik werd gisteren door Bernice en haar vriendin mee uit eten genomen in het Jachthuis. Dat is een besloten club, maar als je een boot hebt, of als je er een maatje hebt, kun je er lid van worden. Vrijdags serveren ze er vis, die speciaal op die dag kakelvers uit het water is gehaald en die je geproefd moet hebben. Tussen al die jachtenbezitters liet ik me die vis uitstekend smaken.

Een hond in Amerika

Hond kan door baas of door personeel in bad gedaan worden
In het gastgezin waar ik verblijf, woont naast Bernice ook Sydney, een 11-jarige Golden Retriever.
Sydney heeft een vriend, Hooper, van de zoon van Bernice die een paar huizen verderop woont. Hooper en Sydney spelen geregeld samen. In de grote achtertuin of op het strand. Ze komen niets te kort en horen geheel bij het gezinsleven.
Zo kan dat gaan bij mensen die van honden houden (ik heb zelf 12 jaar een Ierse Setter gehad, maar dan toch anders...).

Vandaag nam Bernice me mee naar de dierenshop in het dorp. Daar heb ik me flink verbaasd. Er stonden verschillende badkuipen in de zaak, waar je je hond in bad kan (laten) doen. Lekker soppen en masseren. Ik kreeg niet de indruk dat de honden het zelf zo prettig vonden. Maar volgens Bernice is het een verwennerij. En natuurlijk heel nuttig.
De keuze voor Sydney viel op 't linker koekje, hond met hartje
Verder in die winkel een uitstalling van speelgoed en etenspul. Ik heb werkelijk nog nooit zo iets gezien. Vitrines vol met koekjes en zelfs lollies.....

Naast een lekkernij voor Sydney werd er tussen het speelgoed alvast een ideetje opgedaan voor een cadeau voor in zijn Christmas stocking...

Mee in het woon- werk/studie verkeer

Het taalinstituut staat midden in Boston en om er te komen moet ik eerst met een bus en daarna met de 'T', zoals ze die hier noemen. Het is een tram, die zowel boven- als ondergronds rijdt. Ik heb 5 dagen per week les en 's morgens om 8 uur staan er bij de bushalte meerdere studenten die in gastgezinnen in het dorp Winthrop wonen en voor het leren van de Engelse taal naar Boston gaan. Er zijn meerdere instituten.

Mode of gemak?
Zowel bus als T zitten in het spitsuur stampvol. Wat me opvalt zijn de sportschoenen van de mannen en de ballerina's van de vrouwen. Opmerkelijk in dit woon-werkverkeer. Volgens mijn gastvrouw nemen sommigen een meer gepaste schoen in hun tas mee. Maar ze is van mening dat de doorsnee Amerikaan zich de laatste jaren steeds minder lijkt te interesseren voor kleding.
Ik ben ook niet erg onder de indruk van de stijl van kleden die men zich hier aan meet.



Sfeertekening van het forensenverkeer in eenT-station

Op school

Via ELC (English Learning Center) heb ik mijn verblijf in Boston geregeld. Het houdt in dat ik, naast de plaatsing in een gastgezin in Winthrop, ben ingeschreven voor een taalcursus.

Op school lopen er zo'n 100 studenten rond vanuit allerlei landen uit de wereld. Het is een komen en gaan studenten, de klassen zijn dan ook variabel ingedeeld. Er zijn mensen zoals ik, die voor korte tijd aanhaken. Maar er zijn er ook die al een jaar op school zitten. Ik tekende in voor een semi-intensief programma en dat betekent dat ik alleen 's morgens les heb.

Op mijn eerste schooldag kreeg ik, samen met een groep nieuwkomers, een uitgebreide test voorgeschoteld. Daarna een individueel interview met een docent. Op basis van de resultaten van beide testen, wordt je op niveau ingedeeld. Er zijn 6 niveaus. Ik heb blijkbaar zelfs mijn grammatica test goed doorstaan en word ingedeeld in niveau 5.

De conversatieklas
De morgen is ingedeeld in 2 lesblokken, van elk 1 uur en 40 minuten non-stop. 1 lesblok grammatica en het volgende blok conversatie. In beide klassen tref ik verschillende leerlingen (gemiddeld 8). Zo zit ik in de grammaticales tussen hele serieuze meisjes, die met name uit Azië komen. Ze zijn allemaal goed in grammatica en zijn een en al aandacht.
De conversatieles is het tegenovergestelde. Het was even schakelen op die eerste maandagmorgen: een groep jongelui, die na een heftig weekend, op de maandagmorgen versuft in de klas hangen. Van de 7 zijn er 3 jongens uit Saoedi Arabië. Ze zijn al maanden op de school en eentje zelfs al anderhalf jaar! Er zijn veel Saoediers op de school. Er is een bepaalde regeling tussen de betreffende regeringen en het is gemakkelijk om een studiebeurs te krijgen. Ze zijn doorgaans van zeer goede komaf.
Liane voor de klas
Verder een meisje uit Korea, 2 Fransen en een Japanse. Tja, daar zit ik dan wel als een fitte, vreemde eend tussen.....


Er gelden strenge regels op school. Die worden door de docenten op een creatieve en vriendelijke manier nageleefd. Zo mag je niet te laat komen, mag je niet eten, moet je een actieve houding hebben en mag je geen mobiel gebruiken in de les. In de conversatieklas worden deze regels voortdurend overtreden en het is een zootje ongeregeld. Ik heb grote bewondering voor docent Liane. Ze houdt iedereen vriendelijk en spontaan bij en in de les.

De conversatie houdt in dat je in groepjes of plenair in de klas, je mening geeft over allerlei onderwerpen die Liane puntsgewijze aandraagt. Zo moeten we discussiëren over dromen, herinneringen, je opvoeding, soorten intelligentie etc.
Na een paar lessen ben ik gewend aan alles wat er in die les gebeurd, leer er veel, is het heel leuk om met die Saoedische gasten te praten en ben ik liever in de conversatiegroep dan in een (saaie) grammaticales. Het kan me niet echt boeien hoe het nu zit met de 'noun clauses' en met de question words die gevolgd moeten worden door de infinitives......